Valt er te weinig/te veel licht op het werk?
Te weining licht op het werkvlak?
Bij bv tekst op papier, lijnen en symbolen op een tekening, codes op de etiketten van een magazijnstelling, soldeerpunten op een printplaat. Wanneer er te weinig licht op het werk valt, moeten de ogen zich bij het waarnemen van het werk meer inspannen, waardoor versnelde (oog)vermoeidheid en/of hoofdpijn kan ontstaan. Bij te weinig licht kunnen meer fouten worden gemaakt en de productiviteit kan erdoor op een lager niveau liggen. Voor het zien van normaal lees-, schrijf- en beeldschermwerk (geen priegelwerk) geldt een praktijkverlichtingssterkte van 500 lux in het relevante werkvlak, dat wil zeggen in het deel van het werkvlak waar het werk zich kan bevinden. Wanneer (zeer) kleine details en/of zwakke contrasten (bijvoorbeeld tekenwerk) moeten worden waargenomen, geldt in het relevante werkvlak (bijvoorbeeld tekentafel) een praktijkverlichtingssterkte van 750 lux. Voor overige ruimtes en type werkzaamheden is NEN-EN 12464-1 tabel 5 de richtlijn.
Wanneer een enkeling klaagt over te weinig licht, hoeft dat niet altijd te maken te hebben met de verlichting. Het kan namelijk ook een indicatie zijn van een slecht aangepaste oog- of brilcorrectie en/of van slecht uitgevoerd leesmateriaal. .
Omdat beeldschermen zelf licht geven, hebben ze geen verlichting nodig, zoals dat bij tekst op papier wel het geval is. Verlichting is wel nodig om de tekens van het toetsenbord te kunnen lezen. Een teveel aan dag- of kunstlicht kan eerder negatief dan positief inwerken op de leesbaarheid van de scherminformatie. Hoe meer dag- en/of kunstlicht er op het scherm valt, hoe kleiner het contrast wordt tussen de informatie en de schermondergrond.
Teveel licht op het werkvlak?
Op beeldschermwerkplekken gewerkt, moet het gebruik van glimmende en hoogglanzende elementen zoals glimmend papier, opbergmapjes, lampjes en dergeljike in verband met spiegeling van de verlichtingsarmaturen in de ogen te worden voorkomen. Zwarte onderleggers met wit papier erop geven ook permanent een te grote contrastverhouding en leiden tot versnelde oogvermoeidheid.
Dit geldt ook bij het ontbreken van deugdelijke lichtwering. Witte en/of dichte kunststoffen lamellen voldoen niet aan het kenmerk deugdelijk. De helderheid van witte lamellen is nog steeds te hoog. En als de kunststoffen lamellen maar iets open staan vormt de reflectie bij zonbestraling een probleem. Daarnaast geeft het aanlichten van de dichte lamellen door het kunstlicht vaak een hoge en hinderlijke reflectie.
Arbo online